270 gram | sobanoedels |
400 gram | bimi, dikke stengels in de lengte gehalveerd |
225 gram | rauwe, gepelde garnalen, ontdooid |
4 eetl. | tahin |
2 eetl. | lichte sojasaus (zoals Kikkoman) |
25 gram | verse gember, geschild en geraspt |
1 teen | knoflook, gepeld |
1 theel. | sriracha, of naar smaak |
30 gram | koriander, grofgehakt |
60 gram | pinda's |
Kook de noedels volgens de aanwijzingen op de verpakking in gezouten water en vis ze uit het water (bewaar het kookwater).Spoel de noedels af onder koud stromend water en laat uitlekken.
Kook de bimi in het nog hete water in 4 min. beetgaar. Kook de laatste 2 min. de garnalen mee tot ze nét roze zijn.
Giet af en spoel af onder koud stromend water. Pureer de tahin met de sojasaus, gember, knoflook, sriracha, ¾ van de koriander en 100 ml water tot een gladde dressing.
Meng de noedels in een grote kom met de dressing en schep de garnalen en bimi erdoor. Breng zo nodig op smaak met extra sojasaus of sriracha. Bestrooi met de pinda’s en de rest van de koriander.