2 | eenden- of kippenbouten |
1 eet. | olijfolie |
1 theel. | Chinees vijfkruidenpoeder |
zeezout en versgemalen zwarte peper | |
2 | handsinaasappels |
2-3 eetl. | rijst- of appelazijn |
1 stukje | rettich ter grootte van een vuist, in flinterdunne plakjes |
200 gram (of 1 bos) | waterkers, harde stelen verwijderd |
3-4 | bosuien, in dunne ringen |
Verwarm de oven voor tot 200C.
Wrijf de eenden- of kippenbouten in met een drup olie, vijfkruidenpoeder,zout en peper. Leg ze in een braadslede en bak ze in zo’n 35 minuten mooi knapperig en gaar. Keer ze halverwege de baktijd.
Snijd van de sinaasappels de boven- en onderkant af, tot u op het vruchtvlees zit. Zet ze op een snijplank en snijd de schil zo dik van boven naar beneden af dat al het wit er ook af is en u twee blote sinaasappeltjes voor u heeft staan. Snijd dan boven een kom de partjes tussen de vliezen uit. Vang het sap in de kom op. Roer daar de azijn en tamari of sojasaus door en breng de dressing verder op smaak met peper en zout.
Roer de radijs en rettich erdoor en laat staan tot gebruik. (‘Snel inmaken’, weet u nog? Zie blz. 110.)
Laat de bouten iets afkoelen en pluk het vlees van de botten, hak het knapperige vel in reepjes.
Meng de flinters eenden- of kippenvlees met de waterkers en de bosui door de radijs en rettich in de dressing en dien de salade op met stokbrood erbij.