Ik groeide op in Ierland en op 31 oktober maakte mijn moeder Colcannon voor ons klaar. Het lijkt erg op boerenkool. Maar er moest een gouden ring in worden verstopt, een muntje en een vingerhoed of knoop: Degene die de ring vond zou binnen het jaar nog trouwen, de munt betekende rijkdom, de vingerhoed of knoop een treurig bestaan als vrijgezel. Een ontzettend spannende stamppot dus.
500 gram | boerenkool |
1 kg | aardappels |
2-3 | preien |
150 tot 200 ml | melk of room |
snuf | vers geraspte nootmuskaat |
zeezout en versgemalen peper | |
100 gram | roomboter |
EN VERDER | |
een ring | |
een muntje | |
een knoop | |
allemaal ingepakt in wat plasticfolie |
Verwijder van de boerenkool eerst de harde stelen. Snijd het koolblad grof en kook het in gezouten water beetgaar. Dat duurt een minuut of 10. Laat de kool goed uitlekken en hak het blad fijner. Kook ondertussen de aardappels gaar. Snijd de prei in ringen, was ze goed en stoof ze een minuut of 7 in de melk of room.
Giet de aardappels af, stamp ze fijn, schenk de gekookte prei en melk erbij – niet alle melk tegelijk! Soms blijkt dat niet nodig.
Schep de kool door de puree en breng de stamppot op smaak met nootmuskaat, peper en zout.
Smelt de roomboter in een pannetje.
Pak de ring, munt en knoop in plasticfolie in en schep ze door de stamppot.
Dien colcannon op met een kuiltje in het midden voor de jus. Geef de gesmolten boter in een kannetje erbij.